English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word bemusement

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
bemusement (immersion; preoccupation; absent‐mindedness)	verstrooidheid ; preoccupatie	absorbiĝo
bemusement	ontreddering	konfuziĝo
bemusement (absence of mind; distraction; inattention)	verstrooiing ; verzet	distriĝo
bemuse (befog; cloud; dim)	benevelen	nebuligi
bemuse (confuse; puzzle; bewilder; perplex; addle; disarrange; disarray; befuddle)	dooreenhalen ; van zijn stuk brengen ; verwarren ; verwisselen	konfuzi
bemuse (distract; divert; entertain; amuse)	afleiden ; verstrooien	distri

English	Dutch
bemuse	⇆ benevelen; ⇆ verbijsteren