Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word zwanger
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(in verwachting) | ||
🔗 Zuring moet vermeden worden door zwangere vrouwen. | ||
(in verwachting raken; zwanger worden) | ||
🔗 In Paraguay is een 11‐jarig meisje bevallen dat op 10‐jarige leeftijd zwanger raakte van haar stiefvader. | ||
fertilize | ||
🔗 Ze heeft zich drie keer laten bezwangeren en daarna wilde ze geen seks meer, wat mijn vader heel vervelend vond. | ||
big with child | gravedega | |
🔗 Tristan Thompson, de vriend van de hoogzwangere Khloé Kardashian, zou afgelopen weekend zijn vreemdgegaan. |
Dutch | English |
---|---|
zwanger | ⇆ gravid; ⇆ impregnate; ⇆ in pod; ⇆ in pup; ⇆ pregnant; ⇆ with child |
zwanger raken | ⇆ become pregnant |
bezwangeren | ⇆ knock up |
hoogzwanger | ⇆ big with child |