Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word zusterzoon

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(<zoon van iemands zuster>)
sororal nephew
🔗 Ik benoem Éomer mijn zusterzoon tot erfgenaam.
🔗 Mijn zoon begrijpt me niet.
(zus)
🔗 Hoe komt het dat je niet in bed ligt zoals je zuster Edwe?
nurse
;
sick‐nurse
;
nursing‐sister
🔗 Een zuster zal u naar het ziekenhuis brengen.

DutchEnglish
zusterzoon sororal nephew
zoon son
zuster sister