Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word zich warmen aan
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(verhitten; verwarmen) | ; | varmigi |
🔗 De Finse vrouw en Minerva waren met doeken in de weer en warmden water, zochten zilveren munten en een psalmboek op. |
Dutch | English |
---|---|
zich warmen aan | ⇆ warm oneself at |
warmen | ⇆ warm; ⇆ toast; ⇆ heat |