Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word zich voltrekken
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(geschieden; plaatsgrijpen; plaatshebben; plaatsvinden; zich afspelen) | ||
🔗 Weet ge, in het zuiden hebben zich geweldige veranderingen voltrokken! | ||
(uitvoeren; verrichten) | ||
🔗 Eigenlijk was het passender geweest om het huwelijk in Ramundenäs te laten voltrekken, dacht hij. |
Dutch | English |
---|---|
zich voltrekken | ⇆ go; ⇆ proceed; ⇆ take place |
voltrekken | ⇆ celebrate; ⇆ consummate; ⇆ execute; ⇆ solemnize |