Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word zich nader verklaren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
zich nader verklaren
doni pli detalan klarigon
(duiden; interpreteren; uitleggen; vertolken);
construe
(duidelijk maken; ophelderen; verhelderen; toelichten)
account for
;
construe
;
🔗 Hoe verklaart ge dan die plotselinge rijkdom van Weamish?
(aangeven); ;
profess
;
🔗 „Het is geen leven”, verklaarde Hieper somber.
(uiteenzetten; uitleggen); ; ;
expound
;
explicate
🔗 Verklaar de goede oplosbaarheid van fructose in water.

DutchEnglish
zich nader verklaren declare oneself; explain oneself
verklaren account for; assert; attest; aver; certify; construe; declare; depose; elucidate; enounce; enucleate; explain; explicate; expound; find; make out; place on record; proclaim; profess; pronounce; protest; put on record; state; avouch; interpret; testify