Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word zich meester maken van
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Nu maakte een grote woede zich van de geslagen heer meester. | ||
overpower ; usurp | uzurpi | |
🔗 Om ongeveer vier minuten na middernacht kwam er een rover uit het bos die zich van de inhoud van uw rugzak meester maakte. | ||
zich meester maken van | ; corner the market ; monopolize | |
(doctorandus) | ||
🔗 Arglistig draaide het nummer van het advocatenkantoor en vroeg naar meester Van Andel. | ||
(heer; patroon) | ; | |
🔗 O, meester, denk zulke dingen toch niet! | ||
(leraar) |
Dutch | English |
---|---|
zich meester maken van | ⇆ make oneself master of; ⇆ master; ⇆ possess oneself of; ⇆ seize on; ⇆ seize upon; ⇆ take possession of |
meester | ⇆ adept; ⇆ lord; ⇆ master; ⇆ preceptor; ⇆ proficient |