Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word weten hoe de vork in de steel zit
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
leaf‐stalk ; petiole | ||
(bloemsteel) | peduncle | |
(handvat; heft; knop; hecht; hengsel) | ||
🔗 Gimli’s hand ging onmiddellijk naar de steel van zijn bijl. | ||
(halm; stengel) | ; stem | |
(pijp) | stem | |
🔗 Daarom werd het vlees alleen met lange vorken aangeraakt. | ||
(kennis; kunde; medeweten) | ||
🔗 Achter hem lieten de gokkers hun dobbelstenen even met rust en staarden hem na met een duister weten in hun blik. | ||
🔗 Ik wil eerst zien, of gij weet te zwijgen. | ||
(kennen) | ||
🔗 Hoe weet je dat? | ||
🔗 Weet je een goedkopere oplossing, dan is dit natuurlijk prima. | ||
🔗 Je weet dat het niet meer hoeft? |
Dutch | English |
---|---|
weten hoe de vork in de steel zit | ⇆ know the ins and outs of it; ⇆ know the real hang of the thing |
steel | ⇆ handle; ⇆ helve; ⇆ peduncle; ⇆ stalk; ⇆ stem; ⇆ stick; ⇆ scape; ⇆ shaft; ⇆ shank |
vork | ⇆ bifurcation; ⇆ fork; ⇆ prong |
weten | ⇆ be aware of; ⇆ ken; ⇆ know; ⇆ knowledge; ⇆ understand; ⇆ manage |