Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word weifelend

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aarzelend; schoorvoetend)
hesitatingly
🔗 Osherl daalde af en keek weifelend in het water.
(aarzelen; dubben; schromen);
falter
;
vacillate
; ;
demur
🔗 Traz Onmale keek weifelend naar Reith.

DutchEnglish
weifelend double‐minded; falteringly; flexuous; fluctuant; half‐hearted; halting; hesitant; hesitatingly; hesitative; indecisive; infirm; pendulous; undecided; unsettled; wavering; wobbly
weifelen blow hot and cold; demur; dither; falter; fluctuate; hesitate; hover; vacillate; waver; wobble; stall; shilly‐shally