Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word weet

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(afweten van; kennis dragen van; op de hoogte zijn van);
know of
scii pri
🔗 Maar Bilbo had daar geen weet van.
(kennen)
🔗 Hoe weet je dat?
🔗 Je weet dat het niet meer hoeft?
🔗 Ik wil eerst zien, of gij weet te zwijgen.
🔗 Weet je een goedkopere oplossing, dan is dit natuurlijk prima.
(toedichten; toeschrijven; ten laste leggen)
impute
🔗 Die ongelukken hebt u aan uzelf te wijten.

DutchEnglish
weten be aware of; ken; know; knowledge; manage; understand
wijten impute