Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word weerglas
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(barometer) | weather‐glass | |
🔗 Ik heb het over het weerglas. | ||
🔗 Het donkere meisje zette een paar glazen op tafel. | ||
🔗 Misschien waren de edelstenen dus toch glas, en was de grote tovenaar alleen maar een doodgewone goochelaar, op weg naar een jaarmarkt in Kost. | ||
(nogmaals; nog eens) | ||
(weder) | ||
🔗 De transportsector zit in zwaar weer. | ||
(alweer; nogmaals; opnieuw; andermaal; weder) | ; | |
🔗 Weer grijnsde de stroper. | ||
Dutch | English |
---|---|
weerglas | ⇆ glass; ⇆ rain‐glass; ⇆ weather‐glass |
glas | ⇆ bell; ⇆ drink; ⇆ glass; ⇆ shot; ⇆ chimney |
weer | ⇆ again; ⇆ once again; ⇆ weather; ⇆ weir |