Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vrouwvolk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(lieden; lui; mensen);
(natie)
; ;
🔗 Mijn vader was Hreidmar, de koning van het volk der dwergen.
🔗 De tsaar moest niets van zulk een bijeenkomst des volks hebben.
🔗 Zou het volk een dergelijke daad accepteren?
(echtgenote; gemalin);
spouse
🔗 Dit is mijn vrouw.
vrouw
(wijfje; vrouwtje)
(vrouwmens; vrouwspersoon; wijf);
female
🔗 Het was een vrouw die me dit gaf.
(dame; koningin)
(mevrouw; dame)

DutchEnglish
vrouwvolk women; womenfolk
volk commons; folk; folks; people; populace; nation
vrouw female; missus; lady; quean; queen; wife; woman; spouse; Mrs.