Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word vrijgezellin
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(ongetrouwde vrouw; vrijster) | ||
🔗 In plaats daarvan was ze vrijgezellin gebleven en had ze geen enkele langdurige relatie gehad. | ||
🔗 „Natuurlijk,” zei hij, „anders was ik geen vrijgezel.” |
Dutch | English |
---|---|
vrijgezel | ⇆ bachelor; ⇆ single |