Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vrijaf

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(verlof)
furlough
;
🔗 De deur stond op een kier en hij bedacht ineens dat hij de vrouw veertien dagen vrijaf had gegeven om haar familie te bezoeken.

DutchEnglish
vrijaf a day off; a holiday; an evening off
vrijaf nemen take a holiday