Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vertraging

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(achterstand; oponthoud)
arrears
;
retardation
🔗 De trein kreeg ongeveer 8 minuten vertraging.
vertraging hebben
(achter zijn; over tijd zijn; te laat zijn; ophouden)
be late
;
be behind
slow down
retard
🔗 Wellicht vertraagden zij de tocht opzettelijk.

DutchEnglish
vertraging deceleration; delay; holdup; lag; retard; retardation; retardment; slackening; slowdown; slowing down; time‐lag
vertraging hebben run late; be delayed
… vertraging hebben be … behind schedule; be … behind time; be running … late
vertragen slow; slow down; slow up; delay; protract; retard; slacken