Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word versnellingspook

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kachelpook)
poker
🔗 Hij zette de pook weg en richtte zich op.
(pookje; versnellingshendel)
accelerator lever
(acceleratie)
🔗 Een massa van 2 kg verkrijgt een versnelling van 3 m/s².
(verhaasting)
gear
🔗 De wagen reed de oprijlaan op en schakelde hoorbaar over naar een lagere versnelling om tegen de kleine heuvel op te klimmen die naar het huis leidde.
(acceleratie)
plirapido

DutchEnglish
versnellingspook gear‐lever; gearshift; gearstick
pook gear‐lever; gearshift; gearstick; poker
versnelling acceleration; gear; gearing; speed; speed‐up