Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word verloven

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
betroth
fianĉigi
zich verloven
(zich engageren)
get engaged
zich verloven
(zich engageren)
get engaged
zich verloven
become engaged
(geëngageerd)
engaged
fianĉiniĝinta
(geëngageerd)
engaged
fianĉiĝinta
🔗 José is zo goed als met haar verloofd.
verloving
(engagement)
betrothal
;
engagement
verloving
(engagement)
betrothal
;
engagement
verloving
(engagement)
;
engagement

DutchEnglish
verloven affiance; betroth
zich verloven plight one’s troth; become engaged
verloofd contracted; engaged
verloving affiance; betrothal; contract; engagement; espousals