Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word verbreiden

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(verspreiden)
spread
;
propagate
disvastigi
(zich verspreiden; om zich heen grijpen)
spread
🔗 De mannen waren gekalmeerd en langzamerhand begon er zich een ongewilde bewondering voor Wessel onder hen te verbreiden.
verbreiding
(verspreiding)
propagation

DutchEnglish
verbreiden generalize; propagate; spread
zich verbreiden spread
verbreid widespread
verbreiding diffusion; incidence; propagation; spread; spreading