Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vastenmaand

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(maan)
🔗 Ik heb hem in geen maanden meer gezien.
🔗 De derde maand van 2021 is alweer voorbij.
fast
🔗 Hij had gevast om helder te kunnen denken.

DutchEnglish
vastenmaand month of fasting
maand month; moon
vasten fast; fasting; Lent