Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitproberen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(beproeven; proberen; toetsen); ;
(beproeven; toetsen; uitproberen); ;
🔗 Hij probeerde de tweede deur en betrad een ruime badkamer waar ook het licht brandde en waar het rook naar aftershave en zeep.
🔗 Maar je kunt het proberen.
(pogen; trachten);
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.

DutchEnglish
uitproberen test; try; try for size; try out
proberen attempt; try; try one’s hand at; try out; try over; have a whack at; have a try at
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in