Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitleggend

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(uiteenzetten; verklaren);
explicate
🔗 Stephen legde het met tegenzin uit.
(duiden; interpreteren; opvatten; verklaren; vertolken);
construe
🔗 De manier waarop de heks zijn bedoelingen uitlegde, beviel hem niet helemaal, maar aan de andere kant verlangde hij ernaar om de zaak af te ronden.
(dóórtrekken; rekken; verlengen)
(uitbreiden)

DutchEnglish
uitleggend hermeneutic; interpretative
uitleggen comment; construe; explain; explicate; gloss; interpret; lay out; let out; put out; read; extend