Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitdrukking

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 De uitdrukkingen op je gezicht hebben me altijd geboeid.
🔗 In Nederland werd de uitdrukking in de vroege zeventiende eeuw al gebruikt, onder meer door de dichter Bredero.
(air; gezicht; uitzicht; gezichtsuitdrukking);
mien
; ; ;
🔗 Zijn gelaatsuitdrukking veranderde niet.
(persen; uitknijpen; uitpersen)
squeeze out
elpremi
(uitspreken; vellen; verwoorden);
(betuigen; uiten; uitspreken; verwoorden); ;
register
🔗 Zijn gezicht drukte duidelijk zijn ontevredenheid uit en Tim glimlachte.
(wezenloos)
🔗 Ywains uitdrukkingsloze blik bleef of Carse rusten.

DutchEnglish
uitdrukking collocation; exponent; expression; feeling; impression; locution; phrase; term; verbalism
tot uitdrukking komen find expression
uitdrukking geven aan give voice to
vaste uitdrukking stock phrase
gelaatsuitdrukking facial expression
uitdrukken convey; couch; enounce; enunciate; express; phrase; press; put; register; speak; utter; stub out; squeeze out; press out
uitdrukkingsloos expressionless; without expression; vacantly
volksuitdrukking popular expression