Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitdagend

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(tartend)
provoka
(tarten; trotseren; uittarten);
defy
🔗 Hij heeft onze tegenstander, die niemand minder dan kapitein Nicholl is, uitgedaagd!
(provoceren; tarten; tergen; uittarten)
defy
;
provoke
;

DutchEnglish
uitdagend defiant; defiantly; defying; defyingly; tantalizing
uitdagen brave; call out; challenge; dare; defy; provoke; stretch