Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word tweede

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Is er een tweede toestel?
ten tweede
;
(twee keer; tweemaal)
dufoje
🔗 Hij ging naar haar toe, verhief zijn zwaard ten tweeden male en sloeg het hoofd van haar lichaam.
🔗 Twee volle uren hielden zij vol.
second‐hand
🔗 Ik geloof dat ik er verkeerd aan gedaan heb een tweedehands auto te kopen.
tweederangs
secondary
;
subsidiary
duaranga

DutchEnglish
tweede latter; second
dat is een tweede that is another matter
ten tweede second; secondly
tweede gezicht second sight
uit de tweede hand at second hand; second‐hand
twee deuce; two; twain
tweedehands second‐hand; used
tweedejaars second‐year student; sophomore
tweederangs second‐class; second‐rate