Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word tijdruimte
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
tijdruimte (termijn; tijdsbestek) | ||
kosma spaco | ||
🔗 Misschien hadden we nooit de ruimte in moeten gaan. | ||
🔗 Daar was ruimte in overvloed. | ||
(plaats) | ; | |
🔗 Atomen bestaan voornamelijk uit lege ruimte. | ||
🔗 De tijd heelt alle wonden. | ||
(wijle; poos) | ; | |
🔗 Talrijke eilanden verdwenen na korte tijd weer in zee. | ||
(wijl) | ; | |
🔗 Wij nemen u mee op een reis door de tijd. | ||
(tijdsduur) | ; | |
🔗 De tijd van deze hier was net begonnen. | ||
🔗 In Portugal wordt de Westeuropese tijd aangehouden. | ||
🔗 Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. | ||
🔗 Daar had hij geen tijd voor. | ||
🔗 Zedenmeesters zijn van alle tijden. |
Dutch | English |
---|---|
tijdruimte | ⇆ period; ⇆ space; ⇆ space of time |
ruimte | ⇆ slot; ⇆ accommodation; ⇆ bay; ⇆ capacity; ⇆ space; ⇆ room; ⇆ scope; ⇆ void; ⇆ offing |
tijd | ⇆ age; ⇆ day; ⇆ days; ⇆ period; ⇆ time; ⇆ space; ⇆ tense; ⇆ tide; ⇆ while; ⇆ season; ⇆ stretch |