Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word teen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Het meisje ging op haar tenen staan.
teen
(wilgetakje)
withy
black‐legged kittiwake
trifingra mevo
sanderling
🔗 Langs de waterlijn rennen drieteenstrandlopers heen en weer.
wicker
🔗 Ze droeg een tenen mand, die ze tussen ons op de grond zette.
(vierpotig; viervoetig)
four‐toed

DutchEnglish
teen digit; osier; toe; twig; wicker; withe
erg op zijn tenen getrapt very much huffed
op zijn tenen on one’s toes
op zijn tenen lopen walk on tiptoe; tiptoe; push oneself to the limit
van top tot teen all over; cap‐a‐pie; from head to foot; from head to toe; from top to toe
drieteenmeeuw kittiwake; black‐legged kittiwake
drieteenstrandloper sanderling
teenganger digitigrade
teennagel toenail
teenslipper flip‐flop
tenen osier; wicker
viertenig four‐toed