Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word tapijt

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(karpet; kleed; vloerkleed)
🔗 De drie aten in een met wandtapijten behangen, brede zaal.

DutchEnglish
tapijt carpet; carpeting; foot‐cloth
kamerbreed tapijt wall‐to‐wall carpeting
op het tapijt brengen bring up; bring on the tapis; bring on the carpet
bommentapijt bomb carpet
Smyrnatapijt Turkey carpet; Turkish carpet
tapijtwerker carpet‐maker
vasttapijt fitted carpet
voltapijt fitted carpet
wandtapijt arras; tapestry