Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word taalzuivering

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
🔗 Welke taal spreken ze?
🔗 O, dat is de taal van zakenlieden onder elkaar.
zuivering
(loutering; reiniging; schoonmaken)
abstersion
zuivering
(loutering; reiniging)
purification
;
abstersion

DutchEnglish
taalzuivering purism
taal language; parlance; speech; tongue; vernacular language; vernacular
zuivering abstersion; clarification; defecation; exoneration; expurgation; fumigation; lustration; mopping‐up; purgation; purge; purging; purification; refinement; vindication