Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word taalonderwijs

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(onderrichting); ;
teaching
🔗 Er wonen ongeveer 160 miljoen mensen in Nigeria en de overgrote meerderheid van de bevolking leeft in armoede en moet het stellen zonder goed onderwijs, elektriciteit en stromend water, ondanks de enorme olierijkdom van het land.
;
🔗 Welke taal spreken ze?
🔗 O, dat is de taal van zakenlieden onder elkaar.

DutchEnglish
taalonderwijs language teaching
onderwijs education; instruction; tuition; schooling; school‐teaching; teaching
taal language; parlance; speech; tongue; vernacular language; vernacular
taalonderwijzer language‐master