Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word studieschuld

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
schuld	blame ; fault ; guilt	kulpo
🔗 Dat is mijn schuld.
schuld	debt	ŝuldo
🔗 Het aantal huishoudens met schulden is vorig jaar fors gestegen.
schuld	debt	ŝuldo
🔗 Stephens was niet geïnteresseerd in schulden.
studie (bestudering)	study	pristudo
studie	study	studado
studie	study	studo
studie (studeerkamer; studeervertrek)	study	studoĉambro
studie (notariskantoor)	notary’s office	notariejo
studie	study	studo

Dutch	English
studieschuld	⇆ student loan debt
schuld	⇆ blame; ⇆ buck; ⇆ charge; ⇆ debt; ⇆ dues; ⇆ fault; ⇆ guilt; ⇆ indebtedness; ⇆ trespass
studie	⇆ reading; ⇆ study; ⇆ preparation; ⇆ essay; ⇆ monograph; ⇆ treatise; ⇆ study hall; ⇆ notary’s office; ⇆ solicitor’s office