Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word stoutheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
stoutheid
(durf; gedurfdheid; stoutmoedigheid; vermetelheid)
audacity
; ;
(boud; brutaal; gedurfd; stoutmoedig; vermetel)
audacious
; ;
🔗 En nu kunnen onze stoute bevrijdingsplannen alsnog doorgang vinden.
(ondeugend)
(boud; dapper; onversaagd; stoutmoedig; vermetel)
sentima

DutchEnglish
stoutheid audaciousness; audacity; boldness; daring; hardihood; hardiness; naughtiness
stout adventuresome; adventurous; audacious; audaciously; bold; daring; daringly; hardy; naughtily; naughty; stout; sanguine; boldly