Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word steengroef

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(sloot);
(cannelure; gleuf; sleuf)
chamfer
;
groove
(geul; rimpel; voor; vore)
furrow
(baksteen; tichel)
🔗 Reith gooide een steen door de poort.
🔗 Aan de andere kant ervan lag een grote stad van steen waarvan een groot gedeelte was aangetast door de tijd.
🔗 Er is altijd wel een of andere miljonair te vinden die de steen clandestien wil kopen.
🔗 Te oordelen naar het geluid dat het wezen maakte, bestond het nog steeds uit steen, zij het dan levende steen.

DutchEnglish
steengroef quarry; stone‐pit
groef chamfer; channel; chase; flute; furrow; groove; line; trench; rut; pit; quarry
steen brick; stone