Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word startbaan

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Ik houd mijn blik gevestigd op de rand van de startbaan.
; ;
🔗 Direct bij het betreden der baan zag ik al dat er iets mis was met mij.
(breedte)
width
;
(parcours);
race‐course
;
track
(betrekking; plaats)
(betrekking; plaats)
(spoor)
track
;
(kogelbaan)
trajectory
(omloopbaan)
🔗 Hoe heb je ooit een baan gekregen bij dit hotel?
(rijstrook)
🔗 Zijn baan hangt van de resultaten af.
(weg)
🔗 Denk eraan dat je moet landen en starten op een geïmproviseerde baan.
(aanslaan)
starti
🔗 De auto wilde niet starten.
startigi
🔗 Hij startte zijn auto en volgde op veilige afstand.
(aanvangen; beginnen; beginnen aan; beginnen met; inzetten; een begin maken met)
🔗 De politie in Geldrop is een onderzoek gestart nadat een auto in de nacht van zondag op maandag is ontploft.

DutchEnglish
startbaan runway
baan alley; breadth; circuit; course; court; job; lane; orbit; path; pathway; track; trajectory; way; width; road; race‐course; running‐track; rink; slide; stripe
starten kick off; spark; start; take off; start up