Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word spookwoord
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
fantomvorto | ||
lemur | ||
🔗 Er is geen spook dat bij daglicht verschijnt. | ||
(fantoom; geest; schim) | ||
🔗 Het was een nacht voor spoken. | ||
🔗 Elk woord is hier te veel. | ||
🔗 Je hebt het woord „moordenaar” gebruikt. | ||
🔗 Het woord is aan de markies de Cantecler. | ||
🔗 En u moet nu maar erg op uw woorden passen! | ||
🔗 De drager van deze ring moet zich altijd aan zijn woord houden, zie je? | ||
Dutch | English |
---|---|
spookwoord | ⇆ ghost word |
spook | ⇆ apparition; ⇆ bugbear; ⇆ fright; ⇆ ghost; ⇆ phantom; ⇆ spectre; ⇆ spirit; ⇆ spook |
woord | ⇆ parole; ⇆ word; ⇆ vocable |