Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word spitsuur

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(puntig); ;
pinta
(pienter; scherpzinnig; schrander; snugger)
astute
;
shrewd
;
ingenious
;
sagacious
;
pomeranian
(top; tip; topje); ;
🔗 Had je tijdens uren van verveling het gevoel dat je snel leefde?
🔗 Het uur der vergelding zal aanbreken.
🔗 Dat kunt u om tien uur doen.
🔗 Uur na uur ging voorbij.
🔗 Bij ons kost het per uur 12 euro.

DutchEnglish
spitsuur peak‐hour; rush‐hour
spits broach; clever; cute; head; nib; peak; peaked; peaky; pointed; spearhead; spire; tip; top; van; vanguard; spired; spiry; sharp; point; summit; forward; forward line; spitz; rush‐hour
uur hour