Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word smetten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bevlekken; bezoedelen; vlekken);
(aansteken; infecteren; verpesten)
🔗 Ongeveer tien procent van de besmette dieren overlijdt aan de ziekte.
(aansteken; infecteren)
contaminate
🔗 In de Chinese stad Hándān is zaterdag het water afgesloten omdat industriële chemicaliën een rivier hebben besmet.
(desinfecteren)
disinfect
🔗 Daarna ontsmette ik de plaats van de wond.
(blaam)
(klad; plek; vlek); ; ;
🔗 Op het land van Lórien lag geen smet.
mysophobia
mizofobio

DutchEnglish
smetten smudge; soil; stain
besmetten attaint; contaminate; defile; foul; infect; pollute; soil; taint; vitiate
ontsmetten decontaminate; disinfect
smet slur; smear; smirch; smudge; blemish; blot; blur; flaw; fleck; soil; splodge; stain; taint; tarnish; spot
smetstof contagion; infectious matter; infective matter; virus
smetvrees mysophobia