Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word schoollokaal
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (klaslokaal; klas) | schoolroom ; | |
🔗 Het schoollokaal was het grootste vertrek van het huis en, naar ik meende, stellig ook het grootste ter wereld. | ||
| (plaatselijk) | ||
🔗 Veel lokale omroepen hebben te weinig middelen om te voldoen aan de aan hen gestelde eisen. | ||
| (kamer; vertrek) | ||
🔗 Volgens lokale media kregen de 29‐jarige Spear en haar man, Thomas Berry, problemen met de auto waarmee zij op de snelweg van Valencia naar Puerto Cabello reden. | ||
| (plaatselijk) | locally | |
🔗 Dinsdag kan het lokaal tropisch warm worden. | ||
| (drift; hoop; troep) | shoal ; | |
🔗 Wanneer hen de drift om te paren bevangt, zwemmen ze in scholen naar zee. | ||
| (leerschool) | ||
🔗 Dinsdag was hij weer op school. | ||
🔗 Je praat volgens de oude school. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| schoollokaal | ⇆ classroom; ⇆ school; ⇆ schoolroom |
| lokaal | ⇆ local; ⇆ room; ⇆ hall; ⇆ locally |
| school | ⇆ academy; ⇆ drove; ⇆ school; ⇆ run; ⇆ school of thought; ⇆ seminary; ⇆ shoal; ⇆ college; ⇆ schoolhouse |