Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schep

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(schop)
shovel
🔗 Folke Bengtsson stond bij het kippehok met een schep in zijn hand.
(creëren; maken)
🔗 Tom Poes had intussen het heuveltje beklommen waar heer Ollie zijn beeltenis uit graniet had geschapen.
(maken)
🔗 Het zegt u niets dat op deze plek heerlijke meesterwerken geschapen zijn.
(hozen); ;
excerpt
; ;
(opscheppen)
shovel
;
🔗 In den beginne schiep God de hemel en de aarde.

DutchEnglish
schep scoop; scoopful; server; shovel; shovelful; spoonful
een schep geld heaps of money
kolenschep coal‐shovel; coal‐scoop
schepje spoonful
scheppen create; make; scoop; shape; shovel; ladle; hit
taartschep tart‐server