Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word schapeleer
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(doctrine; geloofsleer) | doctrine ; tenet | |
🔗 Dat zijn allemaal ketters en hun leer is vals! | ||
(leder) | ||
🔗 Voor het altaar lagen twee zakken van oud leer. | ||
🔗 Dat schaap is zeker een goeie koe waard! | ||
ovine | ||
🔗 De dag voordat we de grote karavaanroute kruisten, had Kassim onze proviand aangevuld door een wild schaap te schieten. |
Dutch | English |
---|---|
schapeleer | ⇆ sheepskin |
leer | ⇆ apprenticeship; ⇆ doctrine; ⇆ ism; ⇆ leather; ⇆ teaching; ⇆ teachings; ⇆ tenet; ⇆ ladder; ⇆ theory |
schaap | ⇆ sheep |