Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schaapachtig

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
stupidly
; ;
foolishly
🔗 Hij keek Reith schaapachtig aan en stond vlug op.
🔗 Dat schaap is zeker een goeie koe waard!
ovine
🔗 De dag voordat we de grote karavaanroute kruisten, had Kassim onze proviand aangevuld door een wild schaap te schieten.
schaapachtigheid
(botheid; domheid; stomheid; stupiditeit)
;
silliness
;
stupidity

DutchEnglish
schaapachtig sheepish
schaap sheep
schaapachtigheid sheepishness