Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word samenzang
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(tezamen) | jointly ; | |
🔗 Die mensen doen werkelijk alles samen. | ||
(aaneen; bijeen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk) | ||
🔗 Wie had Charles en Allen ooit samen gezien? | ||
(gezang; zingen) | ||
🔗 De mannen, die drie in getal waren, staakten hun zang niet. | ||
(gezang; lied) | ||
🔗 Tijdens zijn zang leunde de kluizenaar met half gesloten ogen achterover. |
Dutch | English |
---|---|
samenzang | ⇆ community singing; ⇆ singsong |
samen | ⇆ together; ⇆ in tandem |
zang | ⇆ carol; ⇆ descant; ⇆ vocals |