Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word samenleven
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
huddle ; cohabit | kunvivi | |
🔗 Met wat voor man zal zij denken dat ze samenleeft? | ||
🔗 Leve de koningin! | ||
🔗 De Russische leider leeft in een andere werkelijkheid. | ||
🔗 Het leven ligt voor je! | ||
🔗 Wees blij dat u nog leeft! | ||
(geraas; kabaal; lawaai; rumoer) | ; | |
🔗 Van het concert des levens krijgt niemand een program. | ||
🔗 Er zat beslist weinig leven meer in de man. | ||
(tezamen) | jointly ; | |
🔗 Die mensen doen werkelijk alles samen. | ||
(aaneen; bijeen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk) | ||
🔗 Wie had Charles en Allen ooit samen gezien? | ||
(gemeenschap; maatschappij) | society | |
🔗 Hoe komt het dat hun samenleving niet uit elkaar valt? |
Dutch | English |
---|---|
samenleven | ⇆ co‐exist; ⇆ live together |
leven | ⇆ animation; ⇆ animus; ⇆ din; ⇆ exist; ⇆ jazz; ⇆ noise; ⇆ life; ⇆ live; ⇆ living; ⇆ racket; ⇆ subsist; ⇆ vitality |
samen | ⇆ together; ⇆ in tandem |
samenleving | ⇆ commonality; ⇆ society |