Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word roekeloosheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(overmoed)
bravado
reckless
🔗 Een dergelijke actie was duidelijk roekeloos.

DutchEnglish
roekeloosheid foolhardiness; rashness; recklessness; temerity
roekeloos daredevil; desperate; devil‐may‐care; foolhardy; headlong; rash; rashly; reckless; recklessly; temerarious; slapdash; wild