Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word rekensom
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (cijferen) | ciferi | |
🔗 Je kunt er niet nog eens op rekenen. | ||
🔗 Hebben jullie som drie af? | ||
| (somma; totaal) | ||
🔗 Bij parallelschakeling van condensatoren is dus de vervangingscapaciteit gelijk aan de som van de capaciteiten van alle condensatoren. | ||
| (bedrag) | ||
🔗 Bovendien had hij aan de speeltafel enorme sommen verloren. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| rekensom | ⇆ problem in arithmetic |
| rekenen | ⇆ calculate; ⇆ cipher; ⇆ compute; ⇆ count; ⇆ number; ⇆ rate; ⇆ reckon; ⇆ do sums; ⇆ charge |
| som | ⇆ example; ⇆ sum; ⇆ summation |