Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word reisklaar

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(helder; duidelijk);
🔗 De frisse koude en de ongewoon klare atmosfeer wezen op de onmiddellijke nabijheid van veel ijs.
(af; gereed; paraat);
🔗 De maaltijd is klaar.
reis
(tocht; toer; trip); ;
🔗 Ik hoop dat u een prettige reis hebt gehad.
(keer; maal)
🔗 Na elkaar herhaalde reizen gezondheid te hebben toegewenst en onder belofte van briefwisseling, namen wij afscheid.

DutchEnglish
klaar all set; at the ready; clear; clearly; complete; evident; finished; in readiness; limpid; out of the way; poised; ready; serene; set
reis bout; journey; progress; travel; trip; voyage; run; tour; travelling; time

The word reisklaar could not be translated into the selected target language by us.