Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word regentijd
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(regenseizoen) | ||
🔗 Maar als u wilt wachten tot de regentijd achter de rug is en de rivieren weer door hun normale bedding lopen, zal ik met enkele van mijn krijgers met u meegaan. | ||
(hemelwater) | ||
🔗 We krijgen vast regen. | ||
🔗 De tijd heelt alle wonden. | ||
(wijle; poos) | ; | |
🔗 Talrijke eilanden verdwenen na korte tijd weer in zee. | ||
(wijl) | ; | |
🔗 Wij nemen u mee op een reis door de tijd. | ||
(tijdsduur) | ; | |
🔗 De tijd van deze hier was net begonnen. | ||
🔗 In Portugal wordt de Westeuropese tijd aangehouden. | ||
🔗 Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. | ||
🔗 Daar had hij geen tijd voor. | ||
🔗 Zedenmeesters zijn van alle tijden. |
Dutch | English |
---|---|
regentijd | ⇆ rainy season |
regen | ⇆ rain; ⇆ shower; ⇆ wet |
tijd | ⇆ age; ⇆ day; ⇆ days; ⇆ period; ⇆ time; ⇆ space; ⇆ tense; ⇆ tide; ⇆ while; ⇆ season; ⇆ stretch |