Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word potsenmaker

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
jester
🔗 Op aandringen van ridder Pom‐pom stegen ze af, bonden de paarden aan een balustrade voor de herberg en gingen kijken naar de potsenmakers en acrobaten die op het plein hun voorstellingen gaven.

DutchEnglish
potsenmaker buffoon; clown; prankster; Punchinello; wag; zany