Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word plaatsgebrek
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(defect) | ; | |
infirmity | ||
; | ||
(ondeugd) | vice | |
🔗 Maar wat hun gebreken ook waren, lafheid hoorde er niet bij. | ||
(armoede) | ; impoverishment ; | |
(fout; zwakte) | ; | |
🔗 Dat is het enige gebrek van mijn systeem. | ||
(tekort; gemis) | shortage ; | |
🔗 Het staat vast dat er eens gebrek aan steenkool zal komen. | ||
malnutrition | ||
(boerderij; hoeve) | ||
🔗 Zijn zoon, Magnus genaamd, erfde de plaats van zijn vader. | ||
(lokatie; plek; gelegenheid) | ; locale | |
🔗 Ongeveer veertig jaar geleden was dit de plaats waar het vuilnis van Andijk en omgeving werd gestort. | ||
(binnenplein; erf; hof) | ; ; | |
locus | ||
(ambt; baan; betrekking) | ; ; | |
(ambt; baan; betrekking; post) | ; ; ; | |
; townlet | ||
; | ||
🔗 Staatsbosbeheer vermoedt dat wolf een vrouwtje is dat eerder werd gesignaleerd in de Duitse plaats Nordhorn. | ||
(lokatie; oord; plek; stee) | ; ; ; | |
🔗 Ik zocht op de verkeerde plaats naar informatie. | ||
(ruimte) | ; | |
🔗 Weldra hadden ze er dertien gevonden waarin genoeg plaats was voor een dwerg. | ||
(positie) | ||
🔗 Herlings eindigde eerder deze maand bij de seizoensopener in Argentinië op de tweede plaats. |
Dutch | English |
---|---|
plaatsgebrek | ⇆ lack of space; ⇆ want of space |
gebrek | ⇆ shortage; ⇆ shortcoming; ⇆ absence; ⇆ dearth; ⇆ defect; ⇆ defectiveness; ⇆ deficiency; ⇆ demerit; ⇆ destitution; ⇆ drawback; ⇆ failing; ⇆ failure; ⇆ famine; ⇆ fault; ⇆ flaw; ⇆ indigence; ⇆ indigency; ⇆ infirmity; ⇆ insufficiency; ⇆ lack; ⇆ paucity; ⇆ privation; ⇆ vice; ⇆ want; ⇆ starvation; ⇆ scarcity |
plaats | ⇆ court; ⇆ courtyard; ⇆ locale; ⇆ locality; ⇆ location; ⇆ locus; ⇆ opening; ⇆ place; ⇆ position; ⇆ quarters; ⇆ seat; ⇆ room; ⇆ space; ⇆ venue; ⇆ yard; ⇆ spot; ⇆ station; ⇆ stead; ⇆ scene; ⇆ situation; ⇆ farm; ⇆ post; ⇆ office; ⇆ living; ⇆ village square; ⇆ storage room; ⇆ shelter |