Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word overwérken

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(uitwerking hebben);
🔗 Maar het werkte wel.
(gisten)
(arbeiden);
🔗 Er wordt hard en lang gewerkt.
works
;
;
🔗 Hij vroeg zich af of hij soms op de ruïnes van de beschaving keek die deze vreemde mensen gewrocht hadden te midden van de woeste omgeving van hun vreemde, wilde verblijfplaats.
(functioneren)
🔗 Maar de zagerij werkt nog!

DutchEnglish
overwérken overlabour; overwork
óverwerken work overtime
zich overwerken overwork; overwork oneself
werken act; function; labour; operate; put in; work; run; shift