Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word opdringen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
coerce
; ; ;
🔗 Wat mij betreft mogen mensen geloven waarin ze willen, maar dring dat niet aan anderen op.
(douwen; duwen);
🔗 Een lange Australiër drong zich naar voren.
(drukken; knellen; persen; pressen);
squeeze
puŝadi
🔗 De menigte begon te dringen en te mompelen en overal werden halzen gerekt.
(jachten; urgent zijn)
urĝi

DutchEnglish
opdringen foist; force upon; obtrude; ply with; press; press ahead; press forward; press on; throng; thrust upon
zich aan iemand opdringen urge itself upon somebody
zich vanzelf opdringen suggest itself
dringen crowd; edge; elbow; force; force one’s way; hustle; jostle; permeate; press; push; thrust; squash; squeeze; shoulder; throng